Terug naar homepage
naar preek Hemelvaart 2004
kracht.gif

 

 

 

 

 

 

 

Eltheto, 16 mei 2004                                                                              ds Rob van Essen

 

‘ Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.Openbaring 21:1

 

Het Grieks kent twee woorden voor nieuw: een oude jas en nieuwe, oude schoenen en nieuwe schoenen. Dan heb je dus een ander paar schoenen gekocht. Maar God werpt de oude aarde niet weg om een nieuwe te beginnen. Hij vernieuwt de aarde, zodat ze nauwelijks te herkennen is! God maakt af wat zijn hand begon. Het gaat om een radicale restauratie.

De wereld ‘vergaat’ niet. Velen denken dat de bijbel dat leert. Ze zeggen: ‘Waarom zou je de Titanic nog een kwastje verf geven, als hij straks toch onder water verdwijnt?’

Maar God maakt alle dingen nieuw!

In de tekst vanmorgen komt de Here God voor het eerst zelf aan het woord. Hij zegt het zelf: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’! God heeft het eerste woord en ook het laatste. De ‘Omega’ (laatste letter van het alfabet) is Hij: dat is even onvanzelfsprekend als de belijdenis dat God oorsprong van ons bestaan is.

Dat God het laatste woord heeft, is niet aan de gebeurtenissen van radio en TV af te lezen.

Toch is dat de meest wezenlijke boodschap van het evangelie. God heeft een doel met deze geschiedenis!

Leslie Newbigin, een Engelse zendingsman die enige jaren geleden overleed, werkte heel zijn leven in India en na z’n emeritaat in een oude wijk in Londen. Tegen alle stemmen in die zeggen dat het in alle godsdiensten om hetzelfde gaat, zei hij: ‘ Laten we het unieke niet opgeven dat ons alleen in het evangelie verteld wordt, dat God met deze wereld en geschiedenis een bestemming heeft’ . Een bestemming die in Jezus Christus is opgelicht. Er zijn vele profeten en wijzen, maar er was maar één in wie de bedoeling van het mens-zijn zo is opgelicht: Jezus Christus!

 

Het gaat er niet om, zoals in veel andere godsdiensten, dat de mensheid terug zou moeten verlangen naar een paradijs. Het evangelie vertelt dat we niet terug gaan: ‘ de eerste dingen zijn voorbij gegaan’ . Er komt een ‘ Nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, getooid als een bruid’ .

Dat mag ons als stadsmensen wel aanspreken: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde worden getekend als een tuinstad. De ‘bouwtekening’ vinden we bij Ezechiël, die in de ballingschap van een nieuwe tempel en een nieuwe stad droomt. Maar in Openbaring is deze stad beeld geworden voor de vernieuwde aarde! Om met Barnard te spreken: de tempel bleek een klokhuis. Daarin waren de zaden van een vernieuwde wereld: het Jeruzalem van Gods dromen.

 

En Jezus Christus wordt de nieuwe Adam, de Mens zoals door God bedoeld, genoemd. In het evangelie lezen we hoe Hij met Zijn machtswoord de wateren, de storm op zee, bedwongen heeft. De discipelen dachten dat ze ondergingen: ‘ Here, red ons, wij vergaan!’ Het is de bede uit de psalmen die wij zo vaak zo mee kunnen voelen: ‘ Het water staat ons tot de lippen, al uw golven slaan over ons heen’ .

Op Jezus’machtswoord werd de storm stil en gehoorzaamden de wateren. Jezus is ondergegaan in de wateren van de dood: ‘ Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten!’ Maar triomferend keerde Hij terug in het leven, opgewekt door de Vader in kracht!

Want God zegt: ‘ Ik maak alle dingen nieuw!

Dat moet zó gelezen worden dat God zegt: ‘ Ik ben bezig alle dingen nieuw te maken’ ! God maakt niets straks pas alle dingen nieuw: Hij doet het nu al!

 

Jezus is geen Hans Brinkers die z’n vinger in de dijk steekt, geen idealist met wat mooie ideeën die toch niet tegen de werkelijkheid bestand zijn. Hoezeer mensen ook instrument van Gods Geest kunnen zijn en de belofte van het nieuwe in hun woorden en daden kan doorschemeren, toch kunnen zij ‘de eerste dingen’ niet voorbij laten gaan. Zij kunnen geen einde maken aan tranen en verdriet.

Alle tranen afwissen in deze wereld ligt niet binnen hun macht. Het oude blijft door hun handelen heen schemeren, het blijft mensenwerk. Ja, ook wij zijn soms toch weer de oorzaak van tranen bij anderen. Maar Johannes schrijft: ‘ De zee was niet meer. En de dood zal er niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn. Zie de tent van God is bij de mensen’ !

In zijn evangelie verkondigt Johannes ook dat Jezus onder ons gewoond heeft (‘ Zijn tent heeft opgeslagen’ ). Maar in Jezus was Gods aanwezigheid nog verborgen en kon je eraan voorbij leven. Als God echter ons komt wonen zal dat niet meer verborgen zijn. God zal dan het stralend, lichtend middelpunt van deze wereld zijn, waarheen alle mensen hun schreden richten. Dan zal er een stad zonder tempel zijn, want ‘ de Almachtige in haar is haar tempel en het Lam’ . Het eind van de geschiedenis is de verheerlijking van de geschiedenis.

De geschiedenis gaat niet als een nachtkaars uit.

Daarom oefenen we ons elkaar jaar in verwachten en vieren we Advent en verwachten we in de Paastijd de beloofde Trooster.

 

Er zal geen nacht en geen zee meer zijn.

In Openbaring 15 lezen we dat de overwinnaars het lied van Mozes en Mirjam zingen bij de glazen zee. De zee is niet langer angstaanjagend; woelt geen modder en vuiligheid meer op, maar is doorzichtig geworden. De geschiedenis is doorzichtig geworden tot op Gods bedoelingen.

Nu tasten we nog in het duister, zien we nog in een spiegel als in raadselen, maar dan zullen we Hem kennen zoals Hij ons kent!

Dan is de chaos weggedaan uit de schepping en klinkt het lied van Mozes en Mirjam van hen die het angstland voorgoed achter zich hebben gelaten. Dan worden de mensen gelaafd uit de bron van het levenswater.

 

Ernst Bloch heeft gesproken over de kracht van de utopie. Wij weten allemaal dat mensen, omwille van een toekomstvisioen, bereid zijn om grote offers te brengen. Soms zelfs hun leven.

Maar de utopie die zich niet verwerkelijkt verhardt tot een ideologie, een illusie, tot levenslang bedrog. Hans Achterhuis heeft daar behartenswaardige dingen over gezegd. Dat is wat ze in Oost Europa ontdekten: wat men jarenlang geloofd heeft blijkt niet waar te zijn. De heilsstaat blijft uit. Op TV zagen ze hoe men in het Westen alles te eten heeft en kan kopen wat men maar wil, terwijl zij uren in de rij moesten staan voor de hoognodige levensbehoeften.

Wat ons echter in Openbaring 21 getekend wordt is geen utopie, maar profetie. Met een utopie had de christelijke gemeente het niet 20 eeuwen volgehouden en was men al lang tot de conclusie gekomen dat het allemaal flauwekul is.

Volgens het evangelie ontvangen we echter een vóórsmaak van het komende. In de profetie oefent de belofte kracht over ons uit, weten we ons gedragen. De Hebreeënbrief spreekt over de ‘ krachten van de toekomende eeuw’ die wij mogen smaken.

‘ Zie, Ik ben bezig alle dingen nieuw te maken’ !

Voor God zijn mensen geen mest op de velden van de toekomst. Voor God zijn mensen geen middel tot een doel. Ook binnen de kerk mogen mensen nooit middel tot een doel worden. Het doel is er voor de mens!

 

In het hart van het Nieuwe Jeruzalem zag Johannes de troon van God en van het Lam. Het Lam staat centraal in de stad van de toekomst: Gods bedoeling met deze wereld is dat daar de mens die door lijden en dood is heen gegaan door God verhoogd wordt. Het Lam op de troon!

Door zijn Woord en Geest oefent Hij zijn genadige heerschappij over ons uit.

Terwijl we die nieuwe werkelijkheid verwachten, mogen we al delen in zijn vernieuwende krachten. Drinken we uit de bron van levend water. Gaan we door het doopwater heen, om niet onder te gaan, maar in een vernieuwd bestaan aan elkaar geschonken te worden.

We verheugen ons er samen over dat Jezus ons de weg naar de Vader gebaand heeft.

En ten teken daarvan delen we brood en wijn: tekenen van de hoogste liefde en tegelijk onze meest fundamentele levensbehoeften. En ze worden tot profetie in onze handen: ‘ Ik maak alle dingen nieuw!’ Er zal niemand meer hongeren of dorsten en alle tranen zal Hij afwissen.

                                                                                                                                                              

 

Lezingen: Joel 2:21-27 en Openbaring 21:1-8, 22:1-5